Reflectief evalueren

 

wanneer

 

Na een eerste controle van het antwoord op waarschijnlijkheid, controleert de leerling of het antwoord wel overeenkomt met de doelstelling van opdracht. Alleen als de leerling dit niet doet, coacht de leerkracht.

 

wat

 

De leerling controleert of zijn of haar antwoord aansluit bij het doel van de opdracht. De leerkracht kan, indien nodig, de leerlingen bevragen of het antwoord overeenstemt met het doel van de opdracht. indien mogelijk vraagt de leerkracht welke vragen de leerling zichzelf moet stellen. Als de leerling geen vragen kan bedenken om terug te kijken naar de doelstelling bij de evaluatie van zijn antwoord geeft de leerkracht deze vragen (zie hieronder) expliciet.

 

hoe

 

De leerling stelt zichzelf de volgende soort vragen: Is mijn antwoord ook inderdaad een antwoord op deze vraag? Is dit wat er wordt gevraagd in de opdracht? Is de taak correct en volledig uitgevoerd? Heb ik iets over het hoofd gezien? De leerling kijkt terug naar de opdracht, als het doel van de opdracht informatie verzamelen is, vraagt de leerling zich af of hij of zij nu voldoende weet over het onderwerp van de tekst?

 

waarom

 

Deze stap is een reflectieve evaluatie waarbij de leerling terugkijkt of zijn gegeven antwoord overeenkomt met het doel van de opdracht. Staving van het antwoord aan de doelstelling van de opdracht is een extra metacognitieve handeling die voor betere antwoorden zorgt.

 

voorbeeld

 

Bij rekensommen komt het regelmatig voor dat iemand foutloos rekent, maar toch het verkeerde antwoord geeft omdat niet goed teruggekeken wordt op het doel van de rekenopdracht. Een duidelijk voorbeeld is een (redactie)som waarin iemand twee boeken van 4 euro koopt: het is helemaal correct dat ze samen 8 euro kosten, maar dat antwoord is echt fout als er werd gevraagd naar het wisselgeld dat deze persoon terug zou krijgen van 10 euro.